Vooruit kijken

28 januari 2015

Mijn oude trainer Jacco Verhaeren en ik maakten er vroeger een sport van een jaar of tien vooruit te kijken. Zo probeerden wij onszelf in 1998 voor te stellen hoe de beste zwemmer van de wereld er in 2008 uit zou zien. Welke trainingsmethodes, voeding, materialen et cetera zouden er dan door hem gebruikt worden? Vervolgens was het de kunst om die zwemmer zo snel mogelijk te worden.

Op deze manier probeerden we een voorsprong op te bouwen op de concurrentie die dan uiteindelijk moesten resulteren in een paar honderdsten van seconden verschil bij het aantikken in een olympische finale. Door innovatief te denken pakten we jaren terug op onze denkbeeldige concurrent van de toekomst en werd ik al in 2000 de nummer 1 op de Spelen van Sydney.

In mijn nieuwe functie als Chef de Mission van de Nederlandse EJOF-ploeg vraag ik me af hoe mijn talenten, net als ik destijds, hun eigen toekomst dichterbij kunnen halen.

Als we nou eens een stip aan de horizon zetten in, pakweg, 2028. Dan zie ik in mijn glazen bol dat de Olympische Spelen worden georganiseerd in een land waar op allerlei vlakken kruisbestuiving is en kennis en ervaring wordt gedeeld. Tussen sporten onderling, maar ook tussen topsport, wetenschap en bedrijfsleven.

Ik zie dan ook een land waar topsport door iedereen echt als een vak wordt geaccepteerd. En dat er dus ook een algemene beroepsopleiding is voor de topsporter. Er zou eigenlijk een opleiding moeten zijn die gericht is op de brede ontwikkeling van de topsporter. Nu is het andersom: reguliere (standaard)studies passen zich aan aan het rooster van de topsporter. Maar als je topsport echt als een beroep beschouwt, dan moet de topsporter ook als zodanig worden opgeleid.

Ofwel: de topsporter moet (basis)kennis opdoen van allerlei zaken die hij of zij later tegenkomt op de werkvloer: op medisch, fysiologisch, psychologisch, commercieel, communicatief, juridisch en financieel vlak. En ga zo maar door.

Een opleiding die talenten meer kennis en inzicht geeft in het vak van topsporter, een studie waar tijdens je topsportloopbaan ook daadwerkelijk iets aan hebt. En passant ontdek je op welk gebied je interesses en kwaliteiten liggen voor je tweede carrière, die voor de meesten rond hun dertigste begint. Kortom: niet een studie naast je sport, maar een studie over je sport. Dat biedt ook meer kansen op de arbeidsmarkt daarna…

Of het bij een voorspelling blijft, een verwachting, droom,  wens of misschien wel utopie is? Ik heb geen idee. Ik hoop in ieder geval dat we er met vele andere vooruitdenkers samen de schouders onder gaan zetten om deze dertien jaar naar voren te halen. Dan eindigen we, zeker weten, in 2028 in de top-10 op de ‘Best Games Ever’.

Share This